blob: 92473f72038dbed15ad55c11e66621e7acc529b9 [file] [log] [blame]
Hervatting van de zitting
Ik verklaar de zitting van het Europees Parlement, die op vrijdag 17 december werd onderbroken, te zijn hervat. Ik wens u allen een gelukkig nieuwjaar en hoop dat u een goede vakantie heeft gehad.
Zoals u heeft kunnen constateren, is de grote "millenniumbug" uitgebleven. De burgers van een aantal van onze lidstaten zijn daarentegen door verschrikkelijke natuurrampen getroffen. U heeft aangegeven dat u deze vergaderperiode een debat wilt over deze rampen. Nu wil ik graag op verzoek van een aantal collega's een minuut stilte in acht nemen ter nagedachtenis van de slachtoffers. Ik doel hiermee met name op de slachtoffers van het noodweer dat verschillende lidstaten van de Unie heeft geteisterd. Ik wil u vragen deze minuut stilte staande in acht te nemen.
(Het Parlement neemt staande een minuut stilte in acht)
Mevrouw de Voorzitter, ik wil een motie van orde stellen. U zult via de media hebben vernomen dat er zich in Sri Lanka een aantal bomexplosies en schietpartijen hebben voorgedaan. Een van de mensen die zeer recent in Sri Lanka is vermoord, is de heer Kumar Ponnambalam, die een paar maanden geleden nog een bezoek bracht aan het Europees Parlement. Zou u, mevrouw de Voorzitter, wellicht een brief kunnen schrijven aan de President van Sri Lanka, waarin u laat weten dat uzelf en het Europees Parlement deze moord en de overige brute moorden in Sri Lanka diep betreuren, en waarin u haar oproept al het nodige te doen om in deze zeer moeilijke situatie langs vreedzame weg tot verzoening te komen?
Ja, mijnheer Evans, ik denk dat een dergelijk initiatief zeer gepast zou zijn. Als het Parlement ermee instemt, geef ik graag gevolg aan uw suggestie.
Mevrouw de Voorzitter, ik wil een motie van orde stellen. Ik vraag uw advies over artikel 143 van het Reglement, met betrekking tot niet-ontvankelijkheid. Mijn vraag betreft een zaak die voor donderdag op de agenda staat en waarop ik dan opnieuw zal ingaan.
Het verslag Cunha, over het resultaat van de meerjarige oriëntatieprogramma's voor de vissersvloot, wordt donderdag in het Parlement besproken. In artikel 6 van dit verslag wordt voorgesteld een soort strafkorting op vangstquota toe te passen voor lidstaten die zich niet houden aan de jaarlijkse doelstellingen voor vlootinkrimping. Dit zou moeten gebeuren in weerwil van het beginsel van relatieve stabiliteit. Naar mijn mening is de relatieve stabiliteit een grondbeginsel van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en zou een voorstel om dit te ondermijnen juridisch niet-ontvankelijk zijn. Ik zou graag willen weten of een dergelijk bezwaar kan worden ingebracht tegen enkel een verslag, dus niet een ontwerpwetgevingsvoorstel, en of ik aanstaande donderdag gerechtigd ben dit te doen.
Dat is inderdaad het juiste moment om dit vraagstuk ter tafel te brengen, dat wil zeggen donderdag voordat het verslag wordt gepresenteerd.
Mevrouw de Voorzitter, helaas valt de eerste vergaderperiode van het Europees Parlement in het nieuwe jaar samen met de executie van een jonge terdoodveroordeelde van 34 jaar, Hicks genaamd. Deze executie is door de staat Texas van de Verenigde Staten vastgesteld voor aanstaande donderdag.
Op initiatief van een van de Franse afgevaardigden, de heer Zimeray, is al een petitie aangeboden, die door velen is ondertekend, onder andere door mij. Maar ik wil u vragen om, in uw hoedanigheid van Voorzitter van het Europees Parlement, uw invloed aan te wenden bij de president en de gouverneur van de staat Texas, de heer Bush, die de macht heeft om de terdoodveroordeling op te schorten en de veroordeelde gratie te verlenen, in overeenstemming met het standpunt van het Europees Parlement en de gehele Europese Gemeenschap, zoals dat herhaaldelijk naar voren is gekomen.
Bovendien is een dergelijke actie in overeenstemming met onze grondbeginselen.
Hartelijk dank, mijnheer Segni, dat wil ik graag doen. Het ligt ook geheel in de lijn van de standpunten die ons Parlement altijd met betrekking tot dergelijke vraagstukken heeft ingenomen.
Mevrouw de Voorzitter, ik zou op een geval willen wijzen waarmee dit Parlement zich keer op keer bezig heeft gehouden, het geval-Alexander Nikitin. We zijn allemaal blij dat de rechter hem heeft vrijgesproken en duidelijk heeft gemaakt dat ook in Rusland het recht op toegang tot informatie over het milieu door de grondwet wordt gegarandeerd. Hij schijnt echter weer voor de rechter te moeten verschijnen, omdat de officier van justitie in beroep gaat. We weten allemaal, en hebben dat ook gezegd in talloze resoluties, onder andere nog tijdens de laatste plenaire vergadering vorig jaar, dat dit niet alleen een geval voor juristen is, en dat het verkeerd is Alexander Nikitin te beschuldigen van misdrijven en verraad. Wij zijn namelijk direct betrokken bij de resultaten van zijn onderzoek en profiteren ervan. Deze resultaten vormen de basis voor de Europese programma' s voor de bescherming van de Barentszzee, en daarom zou ik u willen vragen een brief te bestuderen waarin de belangrijkste feiten worden samengevat, en een standpunt te bepalen over de besluiten van het Russische parlement.
Mevrouw Schroedter, nadat ik uw brief ontvangen heb, zal ik de feiten die op dit vraagstuk betrekking hebben, zeker bestuderen.
Voorzitter, ik zou u eerst een compliment willen maken met het feit dat u woord hebt gehouden en dat inderdaad nu in deze eerste vergaderperiode in het nieuwe jaar het aantal televisiezenders op onze kamer daadwerkelijk enorm is uitgebreid. Maar, Voorzitter, er is niet gebeurd waar ik om had gevraagd. Er zijn nu weliswaar twee Finse zenders en een Portugese zender, maar er is nog steeds geen Nederlandse zender en ik had u gevraagd om een Nederlandse zender, omdat ook Nederlanders graag het nieuws willen volgen, iedere maand als wij hier naar dit verbanningsoord worden gestuurd. Dus ik zou u nogmaals willen vragen om er toch zorg voor te dragen dat wij ook een Nederlandse zender krijgen.
Mevrouw Plooij-van Gorsel, ik kan u mededelen dat dit vraagstuk op de agenda van de vergadering van het College van quaestoren van aanstaande woensdag staat. Het zal, naar ik hoop, op bevredigende wijze worden opgelost.
Mevrouw de Voorzitter, kunt u mij uitleggen waarom dit Parlement zich niet houdt aan gezondheids- en veiligheidsvoorschriften die het zelf vaststelt? Waarom is de kwaliteit van de lucht in dit gebouw nooit onderzocht sinds de verkiezingen? Waarom heeft het Comité voor veiligheid en hygiëne sinds 1998 niet meer vergaderd? Waarom is er noch in het Parlementsgebouw in Brussel noch hier in Straatsburg een brandweeroefening gehouden? Waarom zijn er nergens instructies over wat te doen in geval van brand? Waarom zijn er sinds mijn ongeval geen verbeteringen aangebracht aan de trappen? Waarom wordt het rookverbod niet gehandhaafd in daarvoor aangewezen delen van het gebouw? Het is absoluut onaanvaardbaar dat wij wetgeving goedkeuren en dat wij ons daar zelf niet aan houden.
Mevrouw Lynne, u hebt volkomen gelijk. Ik zal nagaan of dit inderdaad niet gebeurd is. Ik zal het vraagstuk verder aan het College van quaestoren voorleggen. Ik ben ervan overtuigd dat onze quaestoren ervoor zullen zorgdragen dat de wetgeving waarover we ons hebben uitgesproken, ook daadwerkelijk wordt nageleefd.
Mevrouw de Voorzitter, mevrouw Díez González en ikzelf hadden samen een aantal vragen gesteld naar aanleiding van bepaalde uitspraken van commissaris de Palacio in een Spaans dagblad. De voor de agenda verantwoordelijke diensten hebben die vragen niet op de agenda geplaatst, daar die vragen al in een andere vergaderperiode beantwoord zouden zijn.
Daar dat niet zo is, verzoek ik het desbetreffende besluit te heroverwegen. De eerder beantwoorde vragen betreffen de bijdrage van mevrouw de Palacio over een ander dossier en gaan niet over de uitspraken die 18 november jongstleden in de krant ABC zijn verschenen.
Waarde collega, we zullen dit alles natrekken. Ik moet u bekennen dat ik de situatie nu enigszins verwarrend vind. We zullen daarom deze kwestie zorgvuldig nagaan en correct volgens de regels handelen.
Mevrouw de Voorzitter, ik zou graag willen weten of het Parlement deze week duidelijk zijn ongenoegen zal laten blijken over het vandaag genomen besluit het wapenembargo tegen Indonesië niet te verlengen. De overgrote meerderheid van het Parlement heeft zich in het verleden immers uitgesproken voor dit embargo.Gezien de situatie in Indonesië is het besluit het embargo niet te verlengen uiterst riskant. Het Parlement moet dan ook een signaal afgeven, aangezien een grote meerderheid dit wenst.Dat de lidstaten van de Europese Unie weigeren het embargo te verlengen, is zonder meer onverantwoordelijk, de explosieve situatie in het land in aanmerking nemend. Het gevaar van een militaire coup is niet denkbeeldig.Wij weten niet wat er aan de hand is. Waarom zouden EU-wapenfabrikanten moeten profiteren van een situatie die ten koste gaan van onschuldige mensen?
Dit punt staat op dit moment in ieder geval niet voor het actualiteitendebat van donderdag ingeschreven.
Regeling van de werkzaamheden
Aan de orde is de behandeling van de definitieve ontwerpagenda zoals deze op de Conferentie van voorzitters op donderdag 13 januari is vastgesteld overeenkomstig artikel 110 van het Reglement. Ik heb geen wijzigingen voor de maandag en de dinsdag.
Woensdag 19 januari:
De socialistische fractie vraagt om inschrijving van een verklaring van de Commissie over haar strategische doelstellingen voor de komende vijf jaar alsmede over de bestuurlijke hervorming van de Commissie.
Ik zou de heer Barón Crespo willen vragen zijn verzoek om inschrijving hier toe te lichten. Vervolgens zullen we de gebruikelijke procedure volgen, dat wil zeggen dat we een voorstander en een tegenstander van dit verzoek het woord zullen geven.
Mevrouw de Voorzitter, de presentatie van het politieke programma van de Commissie Prodi voor de hele legislatuur was oorspronkelijk een voorstel van Fractie van de Partij van de Europese Sociaal-Democraten, dat in september de unanieme steun kreeg van de Conferentie van voorzitters. Ook de heer Prodi gaf er uitdrukkelijk zijn steun aan, en in de rede waarmee hij zijn benoeming aanvaardde, heeft hij die toezegging nog eens herhaald.
Die toezegging is vooral belangrijk omdat de Commissie volgens de Verdragen het monopolie heeft op het initiatiefrecht en dus eigenlijk vorm geeft aan wat de komende vijf jaar de politieke en de wetgevende activiteit van dit Parlement zal zijn. Bovendien wil ik eraan herinneren, mevrouw de Voorzitter, dat dit Parlement in de vorige legislatuur tweemaal zijn vertrouwen heeft uitgesproken in de heer Prodi als voorzitter van de Commissie. Tijdens de nieuwe legislatuur is dat vertrouwen nogmaals uitgesproken in juli, en na het aantreden van de voltallige nieuwe Commissie is dat vertrouwen in september aan de hele Commissie geschonken. Er is derhalve in theorie voldoende tijd geweest voor de Commissie om haar programma op te stellen en voor ons om er dan kennis van te nemen en uitleg te geven aan de burgers. In dit verband wil ik wijzen op de resolutie van 15 september, waarin de Commissie de aanbeveling kreeg het voorstel zo snel mogelijk in te dienen.
De gebeurtenissen van de vorige week in de marge van de Conferentie van voorzitters, waarbij de Conferentie van voorzitters alleen maar gebruikt is om elders genomen besluiten te bekrachtigen en te ratificeren, plaatsen ons voor een dilemma: ofwel de Commissie is niet in staat dat programma te presenteren, ofwel, zoals sommigen schijnen te beweren, het Parlement is niet in staat dat programma te behandelen. In het eerste geval zou de Commissie haar onvermogen moeten toelichten, want volgens de voorzitter van de Commissie is de Commissie klaar voor de presentatie. Daar de Commissie hier vertegenwoordigd is door haar vice-voorzitter mevrouw de Palacio, denk ik dat het gepast zou zijn om voor wij gaan stemmen van de Commissie te horen hoe het zit met haar bereidheid het programma te presenteren zoals is afgesproken. Naar mijn mening houdt de tweede hypothese in dat wij als Parlement onze verantwoordelijkheid verwaarlozen. Volgens een tot nu onbekende procedure krijgen de fracties een week van tevoren - en niet zoals afgesproken één dag van tevoren - de geschreven toespraak over het programma van de Commissie. Bovendien is dit wel een zeer originele thesis, want het wetgevingsprogramma wordt in februari behandeld. Wij zouden dan ook kunnen afzien van het debat over dat programma, daar de dag nadat de fracties het gekregen hebben alle burgers dan via de pers en Internet geïnformeerd zouden zijn en het Parlement niets meer met het onderwerp zou kunnen doen.
Daar onze fractie meent dat het de taak is van een parlement om te luisteren, te debatteren en na te denken, geloven wij dat er geen enkele reden is die dit uitstel rechtvaardigt. Ook menen wij dat indien de Commissie in staat is het programma te presenteren, wij zeker nog de tijd hebben om terug te komen op de oorspronkelijke afspraak tussen het Parlement en de Commissie, en tegenover onze medeburgers op verantwoordelijke wijze te werk te gaan. Derhalve doet de Fractie van de Partij van de Europese Sociaal-Democraten het voorstel dat door u genoemd is, mevrouw de Voorzitter, om woensdag de presentatie van het programma voor de hele legislatuur van de Commissie Prodi te handhaven. Bij dat programma hoort ook de administratieve hervorming van de Commissie, want anders zouden wij met een paradoxale situatie te maken kunnen krijgen. Onder het voorwendsel dat er geen tekst is, wordt namelijk aan de ene kant de voorzitter van de Commissie het recht ontzegd voor dit Parlement te spreken en wordt er aan de andere kant een debat gehouden over de hervorming, terwijl het Parlement de teksten daarvan niet van tevoren kent. Daarom verzoek ik u, mevrouw de Voorzitter, eerst de Commissie te vragen om haar mening te laten horen en daarna te laten stemmen.
(Applaus van de PSE-fractie)
Mevrouw de Voorzitter, geachte collega's, de houding van de heer Barón Crespo verbaast me wel een beetje. Hij wil dit punt op de agenda van woensdag plaatsen.
Mijnheer Barón Crespo, u kon niet deelnemen aan de vergadering van de Conferentie van voorzitters op donderdag jongstleden. Daar heb ik het volste begrip voor; het kan altijd gebeuren dat iemand een plaatsvervanger moet sturen. De heer Hänsch heeft u vertegenwoordigd. Tijdens de vergadering van de Conferentie van voorzitters hebben we een uitvoerig debat gevoerd. Uw fractie was de enige die voorstelde wat u hier nu wilt. Daarover hebben we gestemd. Iedere voorzitter heeft zoveel stemmen als zijn of haar fractie leden heeft. Als ik me niet vergis, was het resultaat 422 stemmen tegen 180, bij slechts een paar onthoudingen. Dat betekent dat alle fracties het met elkaar eens waren, behalve de niet-ingeschreven leden, en die vormen geen fractie. Alleen uw fractie heeft voor het voorstel gestemd dat u hier herhaalt. De anderen waren het niet met u eens, en het besluit is genomen.
Nu wil ik nog even op de zaak zelf ingaan. Wij hebben vertrouwen in de Commissie, in Romano Prodi, en zoals u allemaal weet, heeft de overwegende meerderheid van onze fractie Romano Prodi en de Commissie na een moeizaam proces het vertrouwen geschonken. We vinden echter ook dat we het debat over de strategie van de Commissie volgens de juiste procedure moeten voeren, en niet zomaar naar aanleiding van een mondelinge verklaring hier in het Europees Parlement. We hebben daarvoor ook een document nodig, dat door de Commissie is goedgekeurd en dit vijfjarig programma beschrijft. Een dergelijk document bestaat echter niet!
De Commissie zal het programma voor 2000 in februari voorstellen. We hebben gezegd: goed, als de Commissie het programma voor 2000 nog niet in januari wil voorstellen, dan moet dat maar in februari. We hebben daarmee ingestemd. Wij willen tenslotte helemaal geen ruzie met de Commissie; wij vinden dat de Commissie en het Europees Parlement als het enigszins mogelijk is een gezamenlijke weg moeten vinden. Als Parlement zijn we echter ook verantwoordelijk voor de controle van de Commissie. Wat van de Commissie komt, is niet altijd ook ons standpunt.
Ik ben van mening dat de fracties zich gedegen moeten kunnen voorbereiden op het debat over het vijfjarig programma. Naar een verklaring luisteren en van tevoren helemaal niet weten wat de inhoud van die verklaring is, dat is geen goede voorbereiding. Daarom stellen wij voor - en ik heb de indruk dat de Commissie wel openstaat voor dit idee - dat we in februari het debat voeren over het langetermijnprogramma van de Commissie voor de periode tot 2005. Ik hoop dat de Commissie het tegen die tijd eens is geworden over het programma dat ze dan aan ons zal voorleggen. Wij stellen echter voor dat we tegelijkertijd in februari het debat voeren over het wetgevend programma van de Commissie voor 2000. Er zijn goede inhoudelijke redenen om het debat over die twee programma' s samen te voeren. Daarom wijst mijn fractie het voorstel van de socialistische fractie met nadruk van de hand!
(Applaus van de PPE-DE-Fractie)
Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik duidelijk maken dat de Commissie alle respect heeft voor de besluiten die dit Parlement neemt, met inbegrip van het opstellen van de agenda. Derhalve respecteren wij wat het Parlement in dit verband zal besluiten.
Maar ik wens ook duidelijk te maken dat voorzitter Prodi zich tegenover het Parlement verplicht heeft, zoals de heer Barón in herinnering heeft geroepen, om naast het jaarlijks debat over het wetgevingsprogramma van de Commissie een nieuw debat te houden over de grote lijnen van het beleid voor de komende vijf jaar, dat wil zeggen voor deze hele legislatuur.
Ik wil erop wijzen, mevrouw de Voorzitter, dat dat debat zich volgens het in septembere bereikte akkoord zou onderscheiden van het debat over het jaarlijks wetgevingsprogramma van de Commissie. Ook wil ik laten weten, mevrouw de Voorzitter, dat wij als Commissie bereid en klaar zijn om dat debat op het gepaste moment te houden. Wij waren ook klaar voor een debat gedurende deze week, zoals in beginsel was afgesproken, met dien verstande dat de dag voor het debat het woord aan de fracties zou worden gegeven.
Daarom wil ik herhalen, mevrouw de Voorzitter, dat wij als Commissie het beleidsprogramma voor de komende vijf jaar besproken hebben en dat, indien het Parlement zo mocht besluiten - eventueel nog deze week -, wij exact volgens de afspraak klaar zijn om dit programma voor de komende vijf jaar te komen toelichten en om de volgende maand hetzelfde te doen met het programma voor het jaar 2000.
Ik stel voor dat we gaan stemmen over het verzoek van de socialistische fractie om de verklaring van de Commissie over haar strategische doelstellingen opnieuw in te schrijven.
(Het Parlement verwerpt het verzoek)
Nog altijd met betrekking tot de woensdag heb ik een ander verzoek ontvangen. De PPE-DE-Fractie wil dat de mondelinge vragen over hoofdelijke belasting van de agenda worden geschrapt.
Welke vertegenwoordiger van deze fractie wil het woord voeren om dit verzoek toe te lichten?
Mevrouw de Voorzitter, ik heb wat gelach gehoord van de banken van de socialistische fractie. Ik heb ook gehoord dat veel leden van die fractie dit punt graag van de agenda zouden willen afvoeren, omdat ten tijde van de stemming in de Conferentie van voorzitters het standpunt van de socialistische leden van de werkgroep die zich met deze zaken bezig houdt, nog niet beschikbaar was. Ik weet niet of dat klopt, maar wij als PPE-DE-Fractie zouden dankbaar zijn als dit punt van de agenda zou kunnen worden afgevoerd. Het Parlement heeft zich namelijk al meerdere malen met deze kwestie bezig gehouden. Er is ook al besloten om deze belasting af te wijzen. Daarom vraagt mijn fractie dit punt van de agenda af te voeren.
Hartelijk dank, mijnheer Poettering.
We geven nu de heer Wurtz de gelegenheid om zich tegen dit verzoek uit te spreken.
Mevrouw de Voorzitter, ik wil allereerst benadrukken dat de logica in het betoog van de heer Poettering ver te zoeken is. Zojuist heeft hij de socialistische fractie de les gelezen omdat deze fractie terugkomt op een besluit dat overduidelijk tijdens de Conferentie van voorzitters is genomen. Vervolgens handelt hij op precies dezelfde wijze als deze fractie. Wij hebben over dit vraagstuk gedebatteerd en waren, met uitzondering van de PPE-DE-Fractie en de liberale fractie, allen dezelfde mening toegedaan. Zoals u zich herinnert, heb ik opgemerkt, waarde collega-voorzitters, dat het er niet zozeer toe doet of u voor of tegen de Todin-heffing bent, maar dat u van de Commissie en de Raad durft te verlangen dat ze hun mening over dit vraagstuk kenbaar maken. Dat is toch niet teveel gevraagd. Ik herhaal dus mijn voorstel om deze mondelinge vraag aan de Commissie en de Raad te handhaven zodat we voor eens en altijd weten hoe deze twee instellingen over dit relatief eenvoudige verzoek denken. We kunnen zo immers een belangrijk signaal aan de burgers afgeven, zeker na de commotie die na het mislukken van de Conferentie van Seattle is ontstaan.
We gaan stemmen over het verzoek van de PPE-DE-Fractie om de mondelinge vragen over hoofdelijke belasting van de agenda te schrappen.
(Het Parlement verwerpt het verzoek met 164 stemmen voor, 166 stemmen tegen en 7 onthoudingen)
Mevrouw de Voorzitter, ik wil de heer Poettering er hartelijk voor danken dat hij dit debat zo effectief onder de aandacht heeft gebracht. Hartelijk dank.
Mevrouw de Voorzitter, is mijn stem die ik elektronisch niet heb kunnen uitbrengen omdat ik mijn stemkaart niet bij mij heb, meegeteld? Ik was vóór.
Inderdaad, als we de stemmen van beide collega's die van zich hebben laten horen bij de uitslag optellen, dan wordt het resultaat...
Mevrouw de Voorzitter, u heeft de uitslag van de stemming bekendgemaakt. Daaraan mag niets veranderd worden.
Waarde collega's, ik wil nogmaals benadrukken dat iedereen zijn kaart voor maandag bij zich moet hebben. We hebben nu een probleem en ik zal daarom een beslissing moeten nemen.
Ik ben mijn kaart ook vergeten en zou anders tegen hebben gestemd. Ik vind dus dat de mondelinge vraag op de agenda moet blijven staan.
Dit is de laatste keer dat we rekening houden met collega's die hun kaart vergeten zijn. Laat dit nu voor eens en altijd duidelijk zijn.
(Applaus)Ja, de mondelinge vraag blijft op de agenda gehandhaafd, en ja, de Voorzitter heeft het recht om te stemmen. Ze heeft immers ook het recht haar kaart te vergeten.
We gaan nu verder met de andere wijzigingen in de agenda.
Mevrouw de Voorzitter, laat mij vooropstellen dat ik mij zal neerleggen bij uw uitspraak in dezen, maar bij de eerdere stemming over de Commissiestrategie had ik voorafgaand aan de stemming namens mijn fractie het woord willen voeren. Dit is niet gebeurd. Ik zou het waarderen indien ik na afsluiting van dit punt de gelegenheid zou krijgen namens mijn fractie een stemverklaring uit te spreken. Het gaat om een belangrijke kwestie. Het is een goede zaak voor dit Parlement dat wordt vastgelegd, hoe de mensen vanuit hun eigen politieke analyse de zojuist genomen beslissing beoordelen.
Mevrouw de Voorzitter, ik wil het debat niet opnieuw openen, maar ik had ook om het woord gevraagd. Ik wilde ingaan op het verzoek van de heer Barón Crespo. U heeft mij het woord niet verleend. Ik vind dat jammer, maar we hebben nu gestemd en een besluit genomen. Daar wil ik het bij laten.
Mijn excuses, mijnheer Hänsch en mijnheer Cox, ik had niet in de gaten dat u om het woord vroeg. Ik denk dat de stellingname in de notulen zal worden weergegeven. Bij de goedkeuring van notulen van de vergadering van vandaag kunnen de collega's die vinden dat de standpunten niet goed zijn weergegeven, een verzoek tot wijziging indienen. Ik denk dat dit een goede oplossing is. Uiteraard zal in de notulen van de vergadering van morgen rekening gehouden worden met al deze aanvullende verklaringen. Ik denk dat dit beter is dan nu stemverklaringen af te leggen. We zouden dan immers teveel afdwalen. Mijnheer Cox en mijnheer Hänsch, kunt u zich in mijn voorstel vinden?
Mevrouw de Voorzitter, als het stemgedrag van mijn fractie correct is weergegeven, zal en kan ik hiertegen geen bezwaar maken. Indien uw besluit is dat ik geen stemverklaring mag afleggen, dan accepteer ik dat, zij het onder voorbehoud.
We zullen dus heel goed opletten bij het opstellen van de notulen. Dat doen we trouwens altijd al. Als de standpunten niet goed in de notulen worden weergegeven, kunnen deze eventueel worden aangepast.
(Het Parlement neemt de aldus gewijzigde agenda aan)